Plassen op de glamping. Hoe een overijverige bewaker mij midden in de nacht betrapt op een plasje in het gras.

Voor het eerst in mijn leven glampeer ik zeven dagen in een safaritent. De tent ziet er heel gezellig uit en er staat een heus bed in, een kookstelletje, koelkast en zelfs aan sfeerverlichting is gedacht. Samen met Man, jongste zoon en zijn vriendje settelen we op een heus surfkamp.

Glamperen dus. Nog nooit gedaan. Vast erg leuk.

Plassen op de glamping

Het kamp ziet er goed uit. Bankjes gemaakt van oude surfplanken, een hangmat aan de boom, bamboeschutting om de tent en lampionnetjes op de veranda. Waar ik ook kijk, overal zie ik jongelui met afgestroopte wetsuits en zongebleekt haar. ‘Nice’, zeggen ze vaak. ‘Nice’, zeg ik dan ook.

Wat niet zo nice is.. Waar ik totaal geen rekening mee heb gehouden toen ik dit glampeer-plan bedacht, is het feit dat er geen badkamer in deze safaritent te bekennen is. Hoe ga ik dat aanpakken met mijn ochtendritueel? Elke ochtend start ik de dag met een ochtendplasje, zoals elke levende ziel op aarde. Mijn plasje dient zich punctueel aan op het moment dat ik naast mijn bed sta. Niet een minuut eerder of twee minuten later: zodra ik naast mijn bed sta, loop ik linea recta naar de wc en moet ik plassen.

Plassen op de glamping

De eerste avond, voor het slapen gaan op weg terug van de gezamenlijke doucheruimte, vraag ik mij af hoe ik het aan ga pakken. Hoe kan ik ’s ochtends 40 meter naar een toiletblok lopen om te gaan plassen? Ik ben thuis al blij dat ik de 3 meter naar mijn eigen wc haal. Misschien als ik een sprintje trek? Gaat vast lukken.

De eerste nacht is.. heel erg lang. Ik heb oordoppen in en een slaapmasker op. Maar onze tent heeft geen toplocatie: direct aan de uitgang van de camping. Auto’s rijden langs, mensen lopen kletsend voorbij, er blaft een hond. Daar glampeer je niet tegenop in de nacht. Wat een lawaai, ik doe geen oog dicht.

Om 04.00 staar ik naar het tentdoek en realiseer ik me dat ik naar de wc moet. Ik sta op en sla een sarong om me heen om me naar het toiletgebouw te begeven. De tentrits gaat lastig open, ik moet mijn slippers zoeken en eenmaal buiten weet ik 100% zeker dat ik het niet ga redden. De wc’s zijn te ver weg. Ik moet nu. 

In sarong, met mijn oordoppen nog in en mijn slaapmasker op mijn hoofd loop ik zachtjes naar de achterkant van de tent. Ik moet NU plassen. Als de buren maar niks horen. Ik zit nog geen twee seconden op mijn hurken als ik door de schutting een man langs zie lopen. Verschrikt maak ik me kleiner. Tot mijn verbazing zie ik dat de man, een hele grote vent, bij mijn tent-ingang gaat staan. Hij kijkt me niet aan maar staat een soort van op wacht. What the fuck.. Dit is niet nice!

Ik blijf stil zitten. Hij blijft staan. Staat ie nou op mij te wachten? Ik word een beetje bang maar nog meer een beetje boos. Waarom gaat een vent voor mijn tent staan midden in de nacht?

Ik blijf zitten en hij blijft daar staan. Hij heeft zijn armen over elkaar, meer zie ik niet. Te donker. Ik kan niet de hele nacht blijven zitten besluit ik dus sta ik na een minuutje ofzo op. De man kijkt nu boos mijn kant op. Verontwaardigt zegt hij iets wat ik niet versta. De oordoppen werken dus toch een beetje. Dan begint hij heftig te gebaren dat het niet kan wat ik doe. Hij schud zijn hoofd en trekt vol afkeuring zijn schouders op. Heel vaak trekt hij zijn schouders op. Ik staar naar hem. Nu ben ik echt pissig. Waarschijnlijk is hij de bewaker maar hij heeft geen uniform aan ofzo, is niet herkenbaar. Ik realiseer mij dat ik midden in de nacht word uitgefoeterd om een plasje naast de tent. 

Ik besluit deze man volkomen te negeren en loop zo statig mogelijk (dat is nog best lastig als je net plassend bent betrapt maar goed) om hem heen naar mijn veranda. Hij fluistert weer bozig. Ik draai me om en fluister op mijn kwaadst dat ie zijn mond moet houden, gebaar dat hij op moet flikkeren en niet meer terug moet komen. Als een volleerde mimespeler sta ik met vogelnest haar waarin een slaapmasker verborgen zit driftig te gebaren. Hij druipt af.

De volgende ochtend schijnt de zon, groet ik na mijn ochtenddouche vriendelijk de bewaker en knutsel ik een plas-emmer van een 5-literfles water zodat ik voortaan indoors mijn gang kan gaan.

Meer vakantieverhalen lees je hier

Mijn tweede boek is in de maak. Over dingen doen waar je bang voor bent. In mijn geval solo-reizen. Dat heb ik nog nooit gedaan en daarom begin ik klein met een citytrip….Volg mijn maakproces via Instagram: Carine Vaessen

Mijn boek Pleister op mijn kont bestel je hier: Bruna