Iedereen heeft wel een Tante Toos. De lieve oude tante die nooit een verjaardag vergeet, een zakdoekje met wat  druppels Eau de Cologne in haar mouw stopt en blij is met elk bezoekje. De mijne is vandaag jarig, ze zou 92 jaar zijn geworden. De laatste jaren van mijn Tante Toos, waarin ik voor haar mantelzorgde, hebben bij mij de vraag doen rijzen: wil ik écht oud worden? Want oud worden sucks.

Echt oud.

Dan heb ik het niet over de vlotte zestig-plus koppels die met matching outdoor jassen – op een ‘e bike’ –  je de stuipen op het lijf jagen als ze je inhalen op het fietspad. Ook niet over zongebruinde zeventig-minners die in hun stadsautootje van golf-clinic naar bingoavond, keramiekworkshop of bridgecursus scheuren (en tussen de bedrijven door de een na de andere cruise maken). Over de senioren die voor al deze fun geen geld hebben vanwege een karig pensioen. Of de oudjes die, alweer, véél te hard door de stad sjezen op hun scootmobiel? Nope, daar heb ik het ook niet over.

Ik heb het over bejaard, oud, versleten.

De échte oude lui: compleet met hoorapparaten, luierbroekjes, steunkousen, een grote medicijn-bewaardoos, watergolfhaar, ringleiding, tumor hier of daar, rollator, een brein als gatenkaas, slecht zittend kunstgebit, eenzaamheid, grijze dan wel beige outfits, trillende handen en een hele zachte huid. Ik heb mijn tante héél oud zien worden en dan krijg je dit er allemaal bij.

Oud worden sucks. (op die zachte huid na dan)

De benen willen niet meer, je ziet niet meer zo best en het gehoor laat je flink in de steek. Met tante ontstonden er, op zijn zachtst gezegd, vreemde gesprekken met de medemens. Omdat ze niet goed hoorde zei ze meestal vriendelijk op alles ‘ja’ als het ‘nee’ moest zijn en andersom. Zo mantelzorgde ik haar een keer het ziekenhuis in voor een drie maandelijkse controle afspraak bij haar internist. Ze is op dat moment al zeker 20 jaar patiënt bij de goede man. Hij is één van de vele artsen die ze bezoekt.

Dokter: “Bent u moe? Heeft u wel eens pijn op de borst met ademen?” Hij kijkt haar niet aan omdat hij druk op zijn computer zit te tikken.

Tante, stomverbaasd: “ja, dat weet u toch! Dat ik een tumor in mijn borst heb. Ik krijg al een jaar chemo tabletjes. Ik vergeet ze nooit in te nemen en ik hoop dat dat ding mooi klein blijft”, zegt ze vriendelijk.

De dokter kijkt haar onnozel aan.

“Nee, ik bedoel of u pijn op de borst heeft. Met ademen”.

Tante hoort hem niet. Hij praat veel te zacht vanachter zijn computer.

Tante:  “Dokter, kan ik ooit nog eens van die steunkousen af? Dat is echt geen pretje”.

Dokter geeft het op en tikt lusteloos verder.

Tante kijkt om zich heen. Ik herhaal met meer volume en de nodige handgebaren de vraag van de arts. Al snel blijkt dat tante never nooit pijn op de borst heeft. Wél pijn aan de onderrug, de knieën en vooruit… ook haar handen en ellenbogen zijn de laatste tijd nogal pijnlijk. Maar daar heeft deze dokter dan weer geen boodschap aan. Tja. De tijd is om, het consult ten einde. Samen gaan we weer naar huis.

Ook op andere vlakken kan écht oud je in vreemde situaties doen belanden. Mijn ultra-seniore tante kreeg zo, zonder dat ze er zelf erg in had, een nieuw kunstgebit aangemeten. Ze ging voor een kleine reparatie naar de tandarts maar omdat ze overal ‘ja’ op zei om niet te hoeven toegeven dat ze de vraag niet had gehoord of begrepen stemde ze, zo bleek, in met een compleet nieuw set tanden. En ze zaten niet eens lekker! Op deze manier kreeg ze ook een nieuwe energieleverancier en een abonnement op Tena Lady’s in de schoot geworpen.

Bejaard

Als niemand je begrijpt en je zelf de mensen ook niet zo goed snapt, als je geen puf meer hebt om een reisje langs de Rijn te maken, naar het theater te gaan of als je te ‘ijdel’ bent om een rolstoel aan te schaffen zodat je mobiliteit ver te zoeken is. Als er lange haren uit je neus en oren groeien die je zelf helemaal niet ziet, of dat je windjes laat als je opstaat en je ze zelf, als enige, niet hoort.

Of je raakt in paniek van waarschuwingslampjes op je nieuwe telefoon, in paniek van nieuwe thuishulpen, telefonische verkopers, in paniek van een envelop in de brievenbus die je niet herkent. Boos worden omdat de tv het niet meer doet, de afstandsbediening opeens niet meer werkt, de magnetron vreemde geluiden maakt of omdat je vingers je broodbeleg niet meer uit de verpakking krijgen.

Dat je zelf geen rekening meer kunt betalen want je doet niet aan internet en de bankfilialen zijn allemaal wegbezuinigd. Dat je óveral hulp bij nodig hebt, terwijl je altijd álles zelf deed.

Vroeger.

Tante werd jong weduwe en bleef als kinderloze single tot op hoge leeftijd werken. Ze ging op fietsvakantie, liep in de laatste mode en bleef heel lief, koppig en stronteigenwijs. Tante had haar zaakjes heel goed voor elkaar en daarom vond ik het moeilijk en verdrietig te moeten zien hoe angstig ze werd naarmate ze ouder, dover en blinder werd.

oud worden

Mijn Tante Toos

Tante Toos

Ik heb er dus niet zo’n zin in. In mega-bejaard worden. Ik wil niet in ‘matching outfits’ op dezelfde E-bike samen met manlief naar de Intratuin als ik 74 ben. Bridgen sla  ik ook over. Steunkousen, echt niet. En de wereld om me heen niet meer kunnen bijbenen, dat lijkt me vreselijk.

Hoop

Mijn hoop is nu gevestigd op het jaar 2044: ik gok erop dat steunkousen, rollators en gehoorapparaten dan al lang in het museum thuishoren, als rariteiten uit 1900. Dat ik nieuwe oren aangemeten heb gekregen, mijn bloedcirculatie indien nodig kunstmatig word ge-update zodat ik als een kievit rondhuppel en dat ik vanwege mijn leeftijd als een oude, wijze dame met alle mogelijke eerbied en respect word bejegend.

2044 wordt mijn jaar! Ik hoop het.

Tante overleed in 2018, op 88-jarige leeftijd, amper 6 weken nadat ze naar een verzorgingstehuis moest verhuizen.

Meer lezen? Klik hier: hormoonpleister